Olaf Kühl. Z Kurze Geschichte Russlands, von seinem Ende her gesehen.

Olaf Kühl. Z Kurze Geschichte Russlands, von seinem Ende her gesehen. Berlin, Rowohlt, 2023, 223 p. ISBN 978-3-7371-0175-2.

Het is de titel van het boek die me geïntrigeerd heeft. Het is als het ware een terugblik op de geschiedenis van Rusland achterwaarts, waarbij natuurlijk de vraag rijst wanneer dat einde te verwachten valt. Daarover gaan de laatste bladzijden van dit voor Rusland harde boek (212-219).

De auteur is iemand die met kennis van zaken spreekt : hij heeft Slavistiek gestudeerd en heeft 25 jaar gewerkt als adviseur van de burgemeesters van Berlijn. Door zijn talrijke reizen door de Sovjetunie en Rusland heeft hij een zicht gekregen op wat het land en de mensen beweegt. Viele anekdoten die hij aanhaalt, tonen aan dat we met een insider te maken hebben die krasse beweringen staaft aan de hand van persoonlijke belevenissen.

De Duitse slavist komt er dikwijls op terug dat Rusland een totaal andere koers had kunnen inslagen na en dankzij de perestrojka en wat voor een geweldig land het had kunnen worden (‘was Russland sein könnte’, 9). In die zin zal hij weinig bijval krijgen van Russen die doorgaans geen goed woord overhebben voor Gorbatsjov. In 1991, toen het imperium instortte, had Rusland nog zijn reusachtig territorium, de rijkdom van de bodemschatten, goed opgeleide vakmensen, innovatieve kracht en enthousiasme van jonge mensen, maar Rusland heeft al deze mogelijkheden onbenut gelaten en zich ‘verschanst in een mentale vesting’, ‘sich in Umzingelungsängsten eingemauert, sich in Phantomschmerzen über verlorenes Territorium hineingesteigert’ (14). Kühl stelt dat wij het allemaal wel min of meer wisten, maar dat we het niet wilden zien of het gerationaliseerd, verdrongen hebben.

De balans van dertig jaar bezig zijn met Rusland is schokkend. Kühl stelt dat wanneer Rusland wakker zal schieten, het deze realiteit onder ogen zal moeten zien :

  1. In de poging om het ‘broedervolk’ te onderwerpen, heeft het elke mogelijke relatie met de Oekraïners definitief onmogelijk gemaakt.

  2. Het heeft tien- of honderdduizenden mensen vermoord.

  3. Het heeft het nationaal bewustzijn van het Oekraïense volk sinds 2014 tot leven gewekt en sinds de aanval in 2022 in het extreme gedreven.

  4. Het heeft grote delen van het Oekraïense territorium verwoest, de infrastructuur vernietigd en steden onbewoonbaar gemaakt.

  5. Het heeft daardoor Oekraïne als onderdeel van het oude imperium verloren. Zelfs wanneer het gebied veroverd wordt, zullen de mensen ofwel dood zijn ofwel tot vijanden geworden zijn.

  6. De Russen hebben bewezen na deze waanzinsdaad te zijn zoals de “nazi’s” die ze zogezegd wilden verdrijven.’ (213)

In heel het conflict ziet de auteur bij de Russen geen reflectie, geen verwerken, geen verantwoording, niemand draagt de verantwoordelijkheid. En daarbij citeert hij de woorden van Doema-voorzitter Pjotr Tolstoj (nazaat van Lev Tolstoj) na de aanslag op de Krimbrug : ‘Het antwoord moet maximaal hard zijn : bruggen, elektriciteitscentrales, alle wegen naar Polen, militaire kwartieren en regeringsbunkers. We moeten de Oekraïne terugslaan tot in de 18e eeuw. Later, na de overwinning, bouwen we het weer op.’ (215)

Volgens de auteur heeft Rusland alle mythes, die rond het land zweefden, eigenhandig vernietigd (216). De visie van de socialistische wereldrevolutie heeft plaats geruimd voor de zonder principes levende nieuwe rijken. De feestdag van de Oktoberrevolutie is afgeschaft. De overwinning op het Duitse nationaalsocialisme wordt belangrijker geacht, maar Rusland haalt nu deze overwinning onderuit door heel de wereld te laten zien tot welke misdaden het in staat is – het uitmoorden van weerloze burgers, het ontvoeren van Oekraïense kinderen naar Rusland (zoals Poolse kinderen door de SS naar Duitsland gebracht werden om daar onder dwang gegermaniseerd te worden). Kühl schrijft dat zijn hand beeft wanneer hij deze vergelijkingen neerschrijft, deze innerlijke weerstand toont aan hoe ‘schockierend frisch diese Erkenntnisse sind, wie sehr sie mit dem auf imperialen Hochglanz polierten Bild kollidieren, mit dem Russland die Welt lange erfolgreich bezauberte.’ (217)

De conclusie is hard : ‘Auch das Dritte Reich hat niemand vom Irrsinn seines Rassenwahns und Übermenschentums «überzeugt». Es musste erst besiegt werden. Die Kapitulation war die Voraussetzung der Heilung.’ (218) Al in zijn voorwoord had de auteur gesteld : ‘für dieses Russland ist es die einzige Rettung, endgültig besiegt zu werden’ (10).

In zijn boek probeert Olaf Kühl te verklaren waar deze pessimistische visie vandaan komt. Hij neemt 30 jaar Rusland onder de loep en zet alles op een rijtje :

  1. Het hoofd van de orthodoxe kerk, patriarch Kirill, noemt de oorlog, die hij steunt, ‘een metafysisch conflict’ (16). Sommigen gaan verder en hebben het over de de-satanisering van Oekraïne.

  2. Tegenstanders vermoorden met gift heeft in Rusland een lange traditie (bv. Trotski in 1940). En de moordenaars worden gedecoreerd – zo de slachters van Boetsja (22).

  3. Het klimaat in Rusland is sinds de jaren negentig verruwd, brutaler geworden, drugs, huiselijk geweld, leger en KGB die meedoen aan de smokkel van heroïne.

  4. Het toverwoord was “overwinning”. Toen de vermoorde dochter van de Kremlinideoloog Aleksandr Doegin begraven werd, werd er geschreeuwd : ‘Eén land ! Eén president ! En één overwinning !’ Kühl doet het denken aan het nazi-parool ‘Ein Volk ! Ein Führer ! Ein Reich !’ bij de Anschluss van Oostenrijk in 1938.

  5. Voor ‘fascist’ wordt iedereen uitgemaakt die zich verzet tegen de expansiedrift van Rusland, in de eerste plaats de Oekraïners.

  6. De verloedering van de Russische taal die als ‘kloakenhaft’ (taal van de riool) (58) ervaren wordt.

  7. Jeltsin heeft de jonge Russische democratie proberen te verdedigen met ondemocratische middelen (de beschieting van het parlement in 1993) en daardoor de weg gebaand voor de autoritaire Poetin.

  8. Alle pogingen om met het verleden in het reine te komen, zijn monddood gemaakt (het opdoeken van de mensenrechtenorganisatie Memorial). Voor de misdaden van het verleden – de miljoenen slachtoffers onder Stalin – is nooit een excuus geuit, laat staan iemand ter verantwoording geroepen (81). Er heeft geen “perlustratie” plaatsgevonden, het doorlichten van ex-Sovjetambtenaren op hun verleden, zoals in andere ex-communistische landen (Polen) wel gebeurd is. Ook de kerk heeft haar stalinistische verleden niet afgezworen (127).

  9. De uitschakeling van de media. Kritische televisiestations werden onderworpen aan het Kremlin. Veel van de journalisten hebben voor geld gekozen tegen de waarheid (88). Zij hebben meegewerkt aan de voorbereiding van de oorlog, waarvoor de bevolking psychologisch en ideologisch klaargestoomd moest worden.

  10. Van de strijd tegen de corruptie is geen werk gemaakt. Zelfs Medvedjev had het over ‘een primitieve economie, gebaseerd op ruwe grondstoffen en endemische corruptie’ (111). In plaats van te investeren in spitstechnologie (Skolkovo als ‘Potemkins Dorp’), heeft men de voorkeur gegeven aan pronkerige paleizen of de geldverslindende Olympische Spelen van 2014.

  11. In plaats van zich te werpen op de ontginning van Siberië met rijke bodemschatten (dat nu aan de Chinezen verkwanseld wordt, 194), heeft het land zich vastgebeten in een klein schiereilandje waarvoor het oorlog voert (‘ein winziges Fleckchen Erde, weil sie von Esoterikern und Kirchenoberen historisch, religiös und ideologisch mit Bedeutung aufgeladen wird’, 196). Maar zelfs de ‘Heimkehr der Krim ins Reich’ was voor Poetin nog niet de grote overwinning (143).

  12. Waarom kijkt Rusland niet naar de toekomst en staart het zich blind op het verleden ? Daarbij blijken ze dat verleden regelmatig te vervalsen.

  13. Al van in het begin (1991) werd (de) Oekraïne door veel Russische politici niet ernstig genomen en voor volwaardig aangezien. Aleksandr Doegin ziet de oorlog tegen Oekraïne als een apocalyptische, beslissende slacht tussen het Westen en Rusland. Er zijn maar twee mogelijkheden : ofwel overwinning ofwel helemaal niets, van een wapenstilstand of een terugtrekken kan geen sprake zijn (171).

  14. Volgens Kühl hebben zo goed als alle westerse politici de andere kant opgekeken (177) : voor de persoonlijke hebzucht van Poetin, voor zijn ordinaire, seksueel agressieve manier van denken en spreken, zijn taal van de goot, voor de agressie van het regime, de door vernietiging en dood bezeten leider (‘der nekrophile Mensch’, voor wie alleen ‘na mij de zondvloed’ geldt) en voor zijn retoriek van de verwarring (er zou geen objectieve waarheid bestaan).

Het eindoordeel van de auteur luidt : ‘Poetin heeft Rusland aan de afgrond gebracht.’ (197), zelfs de elite begint hem als een loser te beschouwen (208). Na zijn val zal Rusland met zichzelf in het reine moeten zien te komen en aan een ‘pijnlijk reinigingsproces’ (211) moeten beginnen. De vraag is wie de rol van exorcist, van duiveluitdrijver op zich zal nemen ? ‘Die Kräfte der geistigen Genesung aber müssen von innen kommen.’ (219)

Het originele aan dit boek is dat het de geschiedenis van Rusland vanuit nu begint en verklaart hoe het zover is gekomen. Warm aanbevolen lectuur over een weinig verkwikkend onderwerp.