
Andrej Koerkov. Dagboek Majdan. Rotterdam, Woord in Blik, 2022, 223 p. Vert. door Ico Davids en Arie van der Ent. ISBN 978-94-91389-33-7.
Koerkov werd geboren in Leningrad in 1961, maar groeide op in Kiëv en schreef in het Russisch. Zijn werk is in vele talen vertaald, in het Nederlands zijn dat Picknick op het ijs, De laatste liefde van de president en heel recent Grijze bijen, die in de Donbass speelt. Sinds het begin van de oorlog tegen Oekraïne reist hij de halve wereld af om begrip te vragen voor de Oekraïense zaak in de oorlog tegen Rusland.
Dit is ook een beetje de bedoeling van dit dagboek. Het beslaat de periode november 2013-april 2014, de dramatische maanden in de geschiedenis van het land, dat op het punt stond een associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen en in het voorjaar van 2014 het schiereiland de Krim ingepikt zag zien door Rusland, dat meende daar historisch recht op te hebben. Zoals bekend, heeft de annexatie van de Krim weinig reacties in het Westen losgeweekt (behalve economische sancties), waardoor het Kremlin dacht de handen vrij te hebben om ook de rest van Oekraïne te bezetten. Maar zover reikt het dagboek van Koerkov niet, het behandelt de cruciale maanden in de betrekkingen tussen de twee landen.
Het boek is des te waardevoller omdat het niet de mening geeft van een Oekraïner, van wie je kunt verwachten dat hij anti-Russisch is en wellicht extreme standpunten zal verdedigen, maar omdat het geschreven is door een Rus, in het Russisch, die begrip heeft voor de Oekraïense politiek en verwachtingen. Alhoewel het dagboek dag voor dag de gebeurtenissen in Oekraïne op de voet volgt, daarom is het ook een dagboek, en daarbij tamelijk gedetailleerd vertelt, verveelt het toch geen ogenblik. Koerkov vertelt boeiend, zonder hysterie, met heel wat kwinkslagen. Hij stelt ergens dat het een wel ‘erg persoonlijk en dus subjectief’ boek (81) is, maar daar voel je weinig van. Hij vermengt gewoon zijn privéleven met wat in het land gebeurt : ‘Ik heb de kinderen naar school gebracht en ben bij de revolutie gaan buurten’ (90). Hij benadrukt dat hij geen politieke figuur is en zich nooit uitgesproken heeft voor een of andere politieke partij, maar ‘Ik ben gewoon een burger van mijn land’ (140).
Het dagboek levert een weinig flatterend beeld van wat zich in Oekraïne allemaal heeft afgespeeld. De hele tijd worden leden van de oppositie geïntimideerd, in elkaar geslagen, ontvoerd, gemarteld, vermoord, al dan niet door de Berkoet (19, 200). Hij stelt een fundamentele vraag die waarschijnlijk ingegeven is door Poetins bewering dat heel het protest van de Majdan door de Amerikanen is opgezet : ‘Waarom kunnen politici het zich toch zo moeilijk voorstellen dat mensen uit zichzelf de straat op kunnen gaan als hun iets aan de regering niet bevalt ?’ (22) Verbijsterend is dat begin 2014 bij het ministerie van justitie zo maar eventjes 184 politieke partijen geregistreerd waren (67). Knotsgek was de anti-EU reclame toen ‘door heel het land affiches en billboards laten zien dat alle Oekraïners na ondertekening van het Associatieverdrag met de EU homo’s en lesbiennes worden’ (24-25). De spreekbuis van de regering liet weten dat Oekraïne afziet van toenadering tot de EU, omdat het land niet klaar zou zijn voor het homohuwelijk… (47) De onderdrukking was zo groot dat ‘veel mensen zeggen dat ze gisteren in Oekraïne in slaap vielen en vanochtend in Wit-Rusland wakker zijn geworden’ (29).
Een groot deel van het dagboek wordt in beslag genomen door berichten over de zittende president Janoekovitsj, die in feite verantwoordelijk is voor alles wat zich sinds 2014 heeft afgespeeld. De man is een ‘boef’, een ‘klootzak’ (119) en hij en zijn clan moeten weg (34-35). Een man ‘die niet zonder fouten kan schrijven, die geen zak weet, en die kennelijk nooit ergens op school heeft gezeten’ (79). De televisiezenders berichtten met geen woord over de protesten (40), maar een reisbureau uit Krasnodar legde wel een toeristische tour in naar Majdan en verdiende daar veel geld aan (44). Zoals we nu begrijpen, heeft de orthodoxe kerk van Rusland zich uitgesproken tegen Majdan (45). De propagandisten van Janoekovitsj worden de Hitlerjugend genoemd (46). Op 17 december 2013 meldt Koerkov dat Janoekovitsj met Poetin is gaan praten en liet weten dat het gas voor Oekraïne 30 % goedkoper wordt : ‘Dat is dus de prijs voor het afzien van een Europese toekomst.’ (50) De man heeft alles laten ontsporen : ‘Nog nooit had dit land een president zó idioot, dat hij een van de meest tolerante volkeren wist te laten radicaliseren !’ (117) Koerkov is duidelijk : al in 2014 wilde Poetin oorlog in Oekraïne (120). Heel het land is in de greep van de paranoia (130).
Koerkov is bang voor de toekomst van de Russische literatuur : schrijvers ondersteunen hun president en ‘leggen kinderen uit dat het Russische fascisme goed is en dat alle andere soorten fascisme heel slecht zijn’. Als ze nu ook nog beginnen de ‘heldendaden’ van het Russische leger in Oekraïne te verheerlijken, zal ‘niemand helaas meer spreken van de grote Russische cultuur’ (143). Zelfs in de buitenlandse literatuur wordt ingegrepen. Zo werd in het Moskouse kindertheater de uitvoering van Cipollino (van Gianni Rodari) aangepast : de revolutie van de groenten tegen prins Citroen is uit het sprookje geschrapt. In de Poetinse versie bieden de ontevreden groenten prins Citroen een petitie aan waarin ze hervormingen vragen… (209).
Wie de sigaar is van de russificatie van de Krim, zijn de Krim-Tataren. Op de Krim hebben Russische patriotten een monument voor de Krim-Tataren vernield, voor de slachtoffers van de deportaties die onder Stalin plaatsvonden (77) als wraak op de collaboratie van enkele Tataren met de Duitsers. Het gevolg is dat de Krim-Tataren pro-Oekraïens zijn (126). Hier en daar hoor je de oproep aan de Krim-Tataren dat ze moeten maken dat ze wegkomen van de Russische Krim (157) en in een speciale les voor Russische scholen over ‘de terugkeer van de Krim in de Russische Federatie’ wordt met geen woord gerept over hun deportatie door Stalin (184). Volgens Koerkov betekent de annexatie van de Krim een ‘Back in the USSR !’, de herinnering aan de Sovjetunie is er nog springlevend, veel mensen stemmen er op de communistische partij (167).
Een eikel thema dat ook herhaaldelijk ter sprake komt, is dat van het zgn. ‘fascisme' van de Oekraïense ‘neonazi’s’. De inwoners van de Donbass kijken naar de Russische televisie, ze spreken Russisch en zien alle inwoners van West-Oekraïne als nationalisten en fascisten (88), maar in feit is het de geest van verzet tegen de communistische dictatuur die er nog sterk leeft. ‘En nu is het de geest van verzet tegen welke dictatuur dan ook. Het is interessant dat deze geest van West-Oekraïne zich de afgelopen twintig jaar verspreid heeft naar de hoofdstad Kyïv en naar andere centraal gelegen regio’s van het land.’ (89) Zelfs Oekraïners delen soms die mening. Zo verklaarde Loekjanenko, een Russische fantasy-schrijver van Oekraïense afkomst, in Moskou dat hij als teken van protest tegen het ‘Oekraïense fascisme’ verbiedt dat zijn boeken in het Oekraïens worden vertaald (128). Daarop heeft Koerkov de poetinist van antwoord gediend : ‘Ze zeggen dat u een fantasyschrijver bent. Vreemd dat uw fantasie niet toereikend is om de onwil van het Oekraïense volk te begrijpen in een systeem te leven van totale corruptie en met een ongeletterde regering die een leeggeroofd land nalaat, met geen cent in de schatkist.’ (129) Koerkov is verontwaardigd omdat hij een ‘fascist’ wordt genoemd, ‘omdat ik me uitspreek tegen de bezetting van Oekraïne door Poetins leger, omdat ik me uitsprak en uitspreek tegen de totale corruptie die de voortvluchtige Janoekovytsj en zijn clan organiseerde, omdat ik wil dat het recht zegeviert in het land waar ik woon.’ (139-140).
De conclusie van maanden paranoia en burgeroorlog kan alleen maar luiden : ‘Iedereen is de verwachte oorlog zat, de dreiging van Rusland, de angst voor de toekomst. We willen zo snel mogelijk deze bladzijde in de Oekraïense geschiedenis omslaan en doorgaan naar het happy end !’ (222). En dat schreef Koerkov in april 2014, acht jaar voor de echte, grote oorlog nog moest beginnen.
In de Nederlandse vertaling valt op dat overal de Oekraïense varianten van plaatsnamen gegeven worden : Kyïv i.p.v. Kiev, Charkiv i.p.v. Charkov, terwijl in het Russische origineel steeds de Russische varianten worden gebruikt.